Het nut is besparen en er voor zorgen dat individuele ruimtes hun eigen temperatuur kunnen handhaven.

Veel mensen hebben radiator thermostaten maar ze worden vaak niet gebruikt zoals het moet.

Meestal is er 1 kamerthermostaat welke de ketel gaat aansturen, in deze ruimte hoeft de radiator geen aparte thermostaat te hebben de temperatuur in de ruimte is immers geregeld door de kamerthermostaat, als er toch eentje opzit best volledig open draaien.

Een klassiek thermostaat is ingedeeld in 5 standen en een vries stand.
Typisch komen de nummers op de thermostaat overeen met volgende temperaturen.

* :   5°C

1 : 16°C

2 : 18°C

3 : 20°C

4  :22 °C

5 kraan staat open en temperatuur in kamer kan oplopen in kamer naargelang het vermogen van de ketel.

Zonder deze kranen pompt de CV installatie langs alle radiatoren maar niet alle ruimtes zijn even groot en de het vermogen van de radiator in verhouding met de oppervlakte van de ruimte is ook niet altijd hetzelfde.
Daarom is het verstandig om in elke ruimte de kraan op de gewenste temperatuur te zetten. Als de temperatuur bereikt is sluit de kraan het circuit af en kan er geen warmte meer naar de radiator, wanneer de temperatuur zakt opent de kraan weer en kan het weer circuleren en opwarmen.
Zo kan je bv een berging op 16°C zetten, een washok op de vries stand, de woonkamer op 22°C en de badkamer op 24°C.

Als in alle ruimtes de temperatuur bereikt is zal de ketel ook stoppen hij kan immers geen water meer rondpompen.